Voor een groeiend aantal mensen heeft de constante aantrekkingskracht van smartphones en sociale media niet alleen invloed op hun dagelijks leven; het begint ook fundamenteel te veranderen wie ze zijn. Deze verschuiving is vooral duidelijk zichtbaar in therapiesessies, waar patiënten gevoelens van verdriet en ontkoppeling uiten. Hoewel technologie naadloos in onze wereld is geïntegreerd, heeft de alomtegenwoordigheid ervan verdoezeld hoe deze op subtiele wijze onze emotionele landschappen verandert.

Psychoanalyticus en wetenschapper Dr. [naam auteur] neemt, voortbouwend op hun ervaringen in de psychologie, religie en technologiejournalistiek, een terugkerend patroon waar: mensen erkennen steeds vaker dat technologie, in haar meedogenloze vraag naar aandacht, hen wegtrekt van wat er echt toe doet. Of het nu gaat om het verwaarlozen van creatieve bezigheden, het belemmeren van emotionele groei of het verstoren van betekenisvolle relaties, de gevolgen worden vaak gevoeld als een onderliggend verdriet.

Denk aan een diner met familie waarbij de ogen naar een telefoon afdwalen in plaats van verbinding te maken met dierbaren. Dat vertrouwde gevoel van onbehagen – het “Verdomme, waarom doe ik dat?” – komt niet alleen voort uit woede, maar ook uit pijn. Deze ogenschijnlijk kleine momenten van onthechting stapelen zich op tot een restant van verdriet: talloze onopgemerkte wendingen die zich afwenden van echte verbinding.

Het probleem, zo betoogt Dr. [naam van de auteur], is het vermogen van de technologie om ‘alexithymie’ te bevorderen – een toestand waarin het moeilijk wordt om emoties te identificeren en te uiten. Hoewel niet universeel, treedt deze emotionele mist met opmerkelijke consistentie op bij gebruikers. Wanneer er toch gevoelens naar boven komen, worden deze vaak beantwoord met snelle actie in plaats van contemplatief stilstaan. De reflexmatige reactie is niet het verkennen, maar het onmiddellijk ‘repareren’: de telefoon weggooien, apps verwijderen, digitale ontgiftingen proberen. Deze acties leiden zelden tot blijvende verandering; we keren terug naar onze apparaten, gevangen in een cyclische oscillatie tussen onderdompeling en afwijzing.

Deze voortdurende drang naar ‘doen’ in plaats van ‘voelen’ versterkt de instrumentalisering van emoties – waardoor ze alleen geldig worden als ze zich vertalen in tastbare doelen. Denk aan fitnesstrackers: cijfers hebben voorrang op de subjectieve beleving van welzijn. Op sociale media worden zorgvuldig samengestelde profielen reëler dan authentieke persoonlijkheden.

Zelfs AI-tools zoals ChatGPT verleggen de focus van creatieve verkenning naar het bereiken van specifieke resultaten door middel van snelle engineering. We worden gestimuleerd om onze emoties te kwantificeren en erop te reageren, in plaats van er simpelweg in te bestaan. Dit constante streven naar externe validatie kan weinig ruimte laten voor echt emotioneel begrip.

Dr. [naam van de auteur] waarschuwt ervoor dit niet te verwarren met mindfulnesspraktijken, die vaak ten prooi vallen aan dezelfde prestatiegerichte mentaliteit. Mindfulness-apps die gegamificeerde beloningen bieden, illustreren verder hoe kwantificeerbare ‘resultaten’ echte introspectie kunnen verdoezelen.

Om onze menselijkheid terug te winnen te midden van de technologische vooruitgang, moeten we prioriteit geven aan emotioneel bewustzijn omwille van het emotionele bewustzijn. Dit vereist het bewust omarmen en vertoeven van gevoelens, zonder ze onmiddellijk in actie of verandering te vertalen. Deze perspectiefverschuiving – het leren ‘voelend te zien’, zoals Gloucester het treffend verwoordde – is cruciaal voor het cultiveren van empathie, mededogen en de ruimte om kunst en muziek te creëren die geworteld zijn in authentieke ervaringen.

Ondanks de alomtegenwoordige aantrekkingskracht van afleiding, zijn er sprankjes hoop. Het groeiende bewustzijn van de schadelijke effecten van sociale media op de geestelijke gezondheid, vooral onder jongeren, suggereert dat een kritische massa de vermoeidheid die het veroorzaakt onderkent.

De opkomst van AI-chatbots vormt een verontrustender uitdaging: deze ogenschijnlijk empathische stemmen dreigen de grenzen tussen menselijke connectie en technologische simulatie verder te vervagen. Navigeren door dit evoluerende landschap vereist acute emotionele intelligentie: het vermogen om onze eigen gevoelens te herkennen en erop afgestemd te blijven in het licht van de steeds veranderende digitale realiteit.

Dit is uiteindelijk de manier waarop we onze relatie met technologie het beste kunnen sturen en ervoor kunnen zorgen dat technologie een instrument blijft dat de rijkdom van de menselijke ervaring vergroot in plaats van overschaduwt.