Decennia lang zijn waarschuwingen over de ontmenselijkende effecten van technologie afgedaan als ludditische angstzaaierij. Maar naarmate de kunstmatige intelligentie zich verder ontwikkelt en schermen het dagelijks leven domineren, beweert een groeiend aantal denkers dat de structuur van de mensheid zelf wordt bedreigd. Paul Kingsnorth, een romanschrijver, activist en bekeerling tot de oosterse orthodoxie, gelooft dat deze crisis niet louter ecologisch of economisch is, maar existentieel. Hij heeft zich met zijn gezin teruggetrokken op het platteland van Ierland, op zoek naar een leven buiten het bereik van wat hij ‘de machine’ noemt – een systeem dat stilletjes bijna elk aspect van het moderne bestaan heeft omhuld.
De retraite van Kingsnorth gaat niet over het afwijzen van vooruitgang, maar over het erkennen van de grenzen ervan. Hij beschrijft een doelbewuste ontsnapping uit de ‘ratrace’, een verlangen om zijn kinderen buiten de meedogenloze cyclus van consumptie en digitale afhankelijkheid op te voeden. Twaalf jaar lang hebben hij en zijn vrouw thuisonderwijs gegeven, landbouw verricht en geprobeerd een semi-zelfvoorzienend bestaan op te bouwen, waarbij de natuur en tastbare vaardigheden voorrang kregen boven schermen en gefabriceerd gemak.
Dit is geen romantisch ideaal, maar een praktisch antwoord op wat Kingsnorth ziet als een naderende spirituele en ecologische crisis. Hij stelt dat de machine niet alleen maar iPhones of internet is, maar een eeuwenoud systeem dat is ontstaan uit de Industriële Revolutie, het rationalisme van de Verlichting en een meedogenloos streven naar technologische dominantie. Dit systeem, zo beweert hij, heeft een eigenaardig wereldbeeld in het leven geroepen waarin de mensheid probeert de natuur te overwinnen, de dood af te schaffen en effectief voor God te spelen door middel van technologie.
De gevolgen zijn volgens hem verwoestend. Klimaatverandering, massale uitsterving en de erosie van culturele en spirituele waarden zijn niet louter bijwerkingen, maar onvermijdelijke uitkomsten van een systeem dat wordt aangedreven door niet-duurzame groei en het ontkennen van natuurlijke grenzen. De groene beweging heeft, ondanks haar goede bedoelingen, grotendeels technologische oplossingen omarmd in plaats van systemische veranderingen, waardoor de logica die de crisis heeft veroorzaakt in stand wordt gehouden.
Kingsnorths bekering tot het orthodoxe christendom heeft zijn kritiek verder aangescherpt. Hij suggereert dat een religieus wereldbeeld, met zijn aanvaarding van de goddelijke orde en menselijke beperkingen, een noodzakelijk tegenwicht biedt aan de hoogmoed van het technologisch utopisme. De angst voor een ecologische ineenstorting is volgens hem minder urgent als je gelooft in een groter, transcendent patroon dat buiten de menselijke controle ligt.
Dit is geen oproep tot blind vertrouwen of een afwijzing van vooruitgang, maar een pleidooi voor nederigheid. De machine, zo waarschuwt Kingsnorth, is niet slechts een stel instrumenten, maar een manier om naar de wereld te kijken – een manier die prioriteit geeft aan efficiëntie, controle en grenzeloze expansie boven duurzaamheid, betekenis en de inherente waarde van de natuurlijke wereld. De vraag is niet of technologie ons kan redden, maar of we de totaliserende logica ervan kunnen weerstaan voordat deze de overblijfselen van onze menselijkheid opslokt.
Uiteindelijk is de terugtrekking van Kingsnorth een duidelijke waarschuwing: de machine is niet slechts een externe kracht, maar een verleidelijke en verraderlijke ideologie die constante waakzaamheid vereist en de bereidheid om buiten zijn meedogenloze baan te treden. Het voortbestaan van zowel de mensheid als de planeet kan ervan afhangen
